dinsdag 25 september 2012

Leo van Vliet; een uitstervend ras


Het kan niet anders dan dat Dan Brown zijn wenkbrauwen heeft gefronst afgelopen week vanuit de Verenigde Staten. Er was een opvolger voor zijn, inmiddels legendarische, boek de Da Vinci Code. Het ging in Zuid Limburg, en ook op de sociale media, bijna nergens anders over: Leo’s Code. In de matrix van het Limburgse heuvellandschap zou zijn evangelie verkondigt worden aan zijn discipelen. Als een ware messias zou hij vanuit zijn toren over zijn volgers waken en regeren. Helaas werd het pijnlijk duidelijk dat we in een ongelofelijke pampercultuur leven, waarin voor grote leiders blijkbaar geen plaats meer is. Gisteren sprak Leo van Vliet zijn laatste oordeel uit over zijn ongrijpbare kinderen bij wie hij de heilige geest miste.

Hij deed wat in ons land nogal not-done is, namelijk alles bij naam en rugnummer noemen en zeggen waar het op staat. Leiderschap is in een verwend land als Nederland geworden tot een begrip dat alleen nog maar gelezen wordt in inspirerende boeken van managementgoeroe Covey. Mensen die zeggen waar het op staat, dat kunnen onderbouwen en de weg willen wijzen die naar succes leidt, worden vaak de mond gesnoerd. Het past niet in een cultuur waar er meer commissies bestaan dan inwoners, waar een baantjescultuur heerst en geen overwinningsmentaliteit. Er is niemand meer die snapt dat je neus pas echt aan het venster kan steken als je eerst deze goed gestoten hebt.


Een winnaarmentaliteit kun je wel degelijk ontwikkelen volgens mij. Het begint bij simpelweg afzien, keihard afzien; de bodem van put zien om te weten waar je nooit meer terecht wil komen. Als jong talentvolle wielrennen hoor je te beginnen met knechten, bidons halen voor je teamgenoten. Het liefst lege bidons zodat je nog vaker terug naar de auto moet. Elke wedstrijd moet je als ploeg mee doen om de prijzen en blijk je niet in een uitgangspositie te zitten om te kunnen winnen , is er maar één oplossing: zo hard rijden dat je er wel zit. Maar nee, bij de Rabobank staat alles in het teken van de voorjaarsklassiekers en de Tour. We rijden het hele seizoen in voorbereiding op deze wedstrijd om dan te kunnen concluderen dat we nog net iets te kort komen. Inderdaad, net iets, net dat kleine stukje; winnaarsmentaliteit genaamd.

We hebben leiders nodig in de Nederlandse sport en zeker in het wielrennen. Mensen als Ton Boot en Cor van der Geest zijn een uitstervend ras geworden en daarmee verliezen we leiders met een heldere visie voor succes. En ja niet iedereen kan met deze leiders door één deur, maar dat komt omdat het eind doel niet overeenkomt. Heel veel sporters willen eigenlijk helemaal geen winnaars zijn, want het kost heel veel bloed en zweet en tranen voordat je wint. En waarom zou je dat willen als je met middelmaat en subtop ook miljonair kan worden. We missen intrinsieke sporters, maar we missen ook het leiderschap om de echte winnaars te herkennen en te stimuleren. Echte winnaars zijn geen lieverdjes zoals de managers dat liever wel hebben. Echte winnaars hebben geen manager nodig, maar een leider.

Leo van Vliet is een roepende in de woestijn en zal dit nog jaren blijven. We zijn in Nederland te verwend om een echt sportland te worden. Er rest ons niks anders dan ons er bij neer te leggen en te accepteren dat we niet leiders gaan volgen maar altijd de buurman. In het voetbal heet die Barcelona, bij het wielrennen SKY, maar net zoals in echte leven verhuisd je buurman wel eens. Ben benieuwd waar we dan heen gaan verhuizen en of labradors daar ook aan donuts snuffelen…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten