Vanochtend was het weer zo ver; een nieuwe etappe in mijn
weg naar fitheid. Gister lekker gesjokt langs het kanaal met Evy op de oren,
vandaag is het dus tijd om te lekker te gaan fietsen. Het idee is ontspannend,
maar toch loopt het elke keer weer anders. Zodra ik die eerste andere fietsers zie wordt het toch een wedstrijd, want tja je blijft toch een mannetje hé. Je laat
je niet voorbij fietsen, je moet jezelf bewijzen, je gaat tot het gaatje. In je
hoofd heb je dat stemmetje dat zegt harder, verder, sneller, tot het gaatje. Ik
was vandaag 100 meter onderweg toen ik de eerste fietser tegenkwam en dat
stemmetje in mijn hoofd hoorde. En ineens had het stemmetje ook een naam: Theo
Koomen. En elke wielerliefhebber weet nu dat ik elke vorm van realiteitszin
kwijt ben.
Maar laat ik jullie meenemen op mijn fietstocht. De tocht
begon halverwege de ochtend onder een donker bewolkte hemel. Vol goede moed zette
ik koers richting het kanaal, waar ik al gauw ontdekte dat het Nederlands weer
was met flink wat wind. De komende kilometers had ik flinke zijwind en binnen
no-time gebeurde er wat in elke koers met zulke wind gebeurd; waaier vorming.
Aangezien mijn rug, door nog flink wat overbodige kilo’s, breed genoeg is om
achter te schuilen, zaten er al snel wat medestanders in mijn rug. En zo
fietste ik langs het kanaal met 2 scootmobiels, een enigszins gezette moeder en
4 kleine kinderen op nog kleinere fietsjes, in mijn rug en ik kreeg ze er niet
uit.
Bij de eerste brug was ik het zat, ik kreeg ze niet uit mijn
wiel! En ik hou niet van die linkenballers in mijn wiel. Dus ik sloeg rechts af
richting Lieren en Beekbergen en ging vol op de pendalen staan. Wind vol kop en
ik zou ze eens laten zien wat fietsen was en langzaam metertje voor metertje
liep ik bij ze weg. Langzaam kwamen ze zelf in de wind te zitten. Ik hoorde het kunstgebit van de scootmobielrijder klapperen in de wind en wist dat het
goed ging. Ik zette nog een keer en was weg! Dwars door Lieren ging, langs de
stoomlocomotief omhoog klimmen om me daarna vol naar beneden te storten naar
Beekbergen. Bij Hotel De Smittenberg kon ik nog net door het groene stoplicht
heen en wist ik het zeker. Deze slag had ik gewonnen.
In mooi straf tempo fietste ik langs Riant en Heidehof naar Ugchelen
toe. En het ging het linksaf de zware beklimming op richting Het Leesten. Maar
de pendalen draaide soepel en de vaart bleef goed in zitten. In de verte doemde
twee gedaantes op: Fietsers!! Oh daar was die rode lap voor me weer. Die zou ik
voor het Leesten pakken! Die waren voor mij. En als volleerd klimmer knalde ik
over de Hoenderloseweg en naderde ik, zoals iets later zou blijken, de man en vrouw
alsof ze stil stonden. Vlak voor de top had ik ze en fietste ik ze met een
grijns voorbij. Ik keek de man recht in
zijn ogen en gaf hem een blik van “Je kunt wel boven de 60 zijn en je fiets
helemaal vol gepakt hebben met bagage en voor je rust op fietsvakantie zijn”
maar mij pak je niet maat. Aangekomen bij Het leesten sloeg ik linksaf, een
onverharde weg op, terug richting Beekbergen.
Dwars door de bossen, licht afdalend, liep de snelheid
lekker op. De wind joeg lekker door de haren, maar ineens schrok ik me kapot: drie
konijnen steken de weg over. Gelukkig heb ik controle over mijn fiets en
ontwijk ik ze als acrobaat op een fiets. Vol goede moed draai ik door de flauwe
bocht naar rechts, waar mijn hart toch weer een plek in mijn keel zoekt. Rechts
vanuit de bosjes springt een hert dat 20 meter voor mijn fiets de weg
oversteekt en links tussen de bomen weer verdwijnt. Een vloek komt over mijn
lippen en vol verontwaardiging zwaai ik met mijn arm. Wanneer begrijpt die boswachters
het nou eens! Plaats hier verdomme nou eens dranghekken. Dat wild hier is niet
meer te houden en is een gevaar voor ons wielrenners. De natuur is gemaakt om
door te fietsen en niet om als dier in te leven. Nog wat krachttermen
schreeuwend vervolg ik mijn weg met
straf tempo.
En zo kom ik weer even op de openbare weg richting
Beekbergen, maar sla al gauw rechtsaf bij Spelderholt. Het zware gedeelte van
de koers ligt voor me. Snel werp ik nog een blik op het terras van het
bungalowpark en zie daar alle geloste en afgestapte fietsers zitten, met een
kop koffie en een stuk appeltaart voor hun neus. Haha denk ik; Mietjes! Heb ik de koers te zwaar voor jullie
gemaakt. Met een mooie grimas op mijn gezicht ga ik weer op de pedalen staan en
laat wat verdwaasde wielertoeristen achter. De komende kilometers zijn bekend
als de Noordweg MTB pad en doen niet onder voor het Amstel Gold Race parcours.
Draaien, keren, op en af. Dit is mijn terrein en hier duldt ik niemand in mijn
wiel. Maar liefst 4 kilometer volledig afzien, maar vooral iedereen mijn hielen
laten zien. Strava meet op dit stukje parcours van iedereen de tussentijd en
wat een prestatie lever ik weer. Er zijn er maar twee in al die tijd nog
langzamer dan mij geweest. Als je het snel leest, lijkt het heel wat.
Maar gelukkig laat ik mij niet afleiden en sla bij de
Otterloseweg weer rechtsaf richting Apeldoorn. Via een lange afdaling op hoge
snelheid naderde ik Ugchelen weer via de Hoenderloseweg. Vlak voor de bewoonde
wereld sla ik rechtsaf voor de laatste plaatselijke ronde. Nog 6 kilometer
stampen voordat ik me richting de finishplaats begeef. Ik passeer Heidehof
wederom in de richting van Beekbergen. En ineens waan ik mezelf in Baskenland,
er loopt namelijk iemand naast me met me mee. Die verdraaide fans denk ik, maar
al snel blijkt het anders. Het is een verkoper van Sparta laat hij mij weten.
Of ik geen interesse heb in een elektrische fiets, het lijkt hem echt wat voor mij als hij me zo ziet fietsen. Ik moet hem
kwijtraken en verhoog mijn ritme, maar hij versnelt met me mee. Dan verras ik
hem door rechtsaf de onverharde weg richting Het Leesten in te slaan. Hij
herstelt zich snel en zet de achtervolging in, maar moet al snel stofhappen en
staakt de strijd.
Ik lijk me los gefietst te hebben van iedereen, maar voel de
verzuring in mijn benen als ik het vals plat richting Het Leesten voltooi. Het is
de derde keer dat ik Het Leesten aan doe even zo vaak de Hoenderloseweg op
rijdt. Nog snel met ik terugdenken aan die oudjes die ik eerder deze dag op dit
stukje weg toch helemaal had in gepakt. Haha vergaande glorie! Voor de laatste
maal duik ik naar beneden richting Ugchelen. Op hoge snelheid doorkruis ik nu
het buitendorp van Apeldoorn. De mensen staan stil als ik langs zoef. De
bewondering straalt van de gezichten. Niet vaak zien ze natuurlijk iemand die de tong zo ver uit de mond heeft hangen en de wegen nat achterlaat met al
het zweet dat van hem afgutst. Ik moet internet nog checken, maar ik verwacht
toch zeker meerdere eervolle vermeldingen.
En zo nader ik langzaam de laatste kilometer. De Ugchelseweg
heb ik achter de rug, de Eendrachtstraat is een mooi stukje weg om de laatste
concurrenten voor bij te fietsen. Nog even snel de Arnhemseweg over en zet ik
me klaar voor de eindsprint. Een machtsprint op de Talingweg zal het worden. Vanuit
de rug van mijn concurrent trek ik de sprint aan. Erop, erover en inpakken is
de bedoeling, maar ik heb mijn concurrente onderschat. Een fotofinish is het
geworden, op het blote oog is er geen winnaar aan te duiden. Ik druk mijn
voorwiel op hetzelfde moment het plein op, als dat de vrouw haar rollator het
laatste zetje geeft.
Zo is het na 37 kilometer koers, ruim anderhalf uur afzien
op de fiets goed om weer thuis te zijn. Samen fietsen met Theo Koomen maakt het
zo veel leuker. Voor een ieder die hem niet kent. Theo Koomen was een
verslaggever met oog voor het detail en realiteit. Gevoel voor de koers kon hem
niet ontzegt worden. Hij was in staat de koers te verslaan zonder hem te zien.
Voldaan plof ik neer op de bank en zet de televisie aan op
de Vuelta. Door het beeld zie ik een man fietsen in een rood shirt, de leider van het klassement. Ik hoor het
commentaar van Theo Koomen: en daar zet hij weer aan de man in het rood. Marcel laat iedereen achter en soleert op indrukwekkende wijze naar zijn zoveelste overwinning dit seizoen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten