Vrijdagavond rond de klok van half 12; nog even een rondje
zappen met een biertje on the side. Ik kom voorbij RTL 7 en blijven toch even
hangen bij de mannenzender, er is darts op. Terwijl ik kijk naar wedstrijd
tussen de twee dartgiganten Raymond van Barneveld en Phil Taylor, vraag ik me af waarom ik
hemelsnaam zit te kijken. Darts, je mag het eigenlijk toch geen sport noemen en
toch zit er een zaal vol uitzinnige liefhebbers week in week uit te kijken naar
pijltjes gooiende mannen.
Dat een potje darten leuk is om te doen met vrienden kan ik
volkomen begrijpen. Potje bier, vrienden bij elkaar en onder het ouwehoeren door een
pijltje gooien; in welke kroeg zie het niet.
Maar waarom is dit een grote sport in Engeland en was het in Nederland
ook jaren niet van de buis af te krijgen?
De uitstraling van darts is er nou niet één van een
professionele sport, waar afgetrainde atleten het na jaren intensieve en
grensverleggende training in een heroïsch duel tegen elkaar op nemen.
Integendeel zelfs; zwaarlijvige, zwetende mannen die net uit de kroeg lijken te
komen gooien om de beurt 3 pijltjes in een bord. Overeind blijven staan en de
pijltjes uit het bord halen lijkt al een prestatie van jewelste voor ze.
Want zeg nou zelf, Van Barneveld, Phil Taylor, Andy Fordham
en Adrian Lewis zijn nou niet het toonbeeld een gezonde levensstijl. En ok, ik
moet het toegeven dat ben ik zelf ook niet. Maar ik kom ook niet op tv, ik heb
ook geen voorbeeldfunctie voor duizenden kinderen.
Dat darten makkelijk is wil ik ook niet zeggen, maar het is
niks meer dan een goede oog-hand coördinatie. Iets dat met eindeloze herhaling
behalen valt. Maar ook overzichtelijk is het: de pijl zit in het goede
vakje of hij zit het niet. De regels zijn eenvoudig en echt voor iedereen te
begrijpen. Maar misschien zit daar ook een deel van de verklaring van de
populariteit. Iedereen kan het doen, iedereen kan er zichtbaar beter in worden
en qua kosten is het ook zeer betaalbaar. Althans als je de rekening van alle
biertjes in de kroeg niet meerekent.
Daarnaast speelt ook een rol bij darts dat de underdog,
waarvoor we altijd een zwak hebben, een kans maakt. Bijna elke jaar is er wel een
volstrekt onbekende die het tot de finale van de Embassey of PDC World Championship doordringt.
Kijk maar naar Klaassen, van Gerwen of recentelijk Christiaan Kist nog. Ook dit
zorgt er voor dat we ons er zo goed in kunnen verplaatsen, het zou iedereen
blijkbaar kunnen overkomen.
En het meest belangrijke is misschien wel dat je als
toeschouwer je eigenlijk ordinair kunt laten gaan. Je mag je volgooien met
drank, schreeuwen en zingen wanneer en wat je wilt en je uitdossen alsof carnaval een
jaarrond feest is. En iedereen vind het nog prachtig ook.
Al schrijvende ben ik er nog steeds niet uit of ik het een sport
wil noemen. Een sport zou gezond voor lichaam en geest moeten zijn. En
natuurlijk ook ik heb Barneveld de Embassey zien winnen, heb hem wereldkampioen
bij de PDC zien worden en heb stiekem genoten van verschillende partijen tussen
Phil The Power en Barney. Maar het zijn geen sporters, het zijn mannen met een
ongezonde levensstijl. Ik denk dat ik morgenvroeg de hardloopschoenen maar weer
eens aantrek…….
Geen opmerkingen:
Een reactie posten